.

Periode 1968 en 1970.
Illustratieve pentekeningen, figuratieve applicatiekleden en de overgang naar monumentale abstracte kleden. Het debuut (de eerste expositie) in 1969. Kenmerkende kunstbeschouwende citaten uit recensies of interviews in deze periode:

 


*Boeiend debuut bij Ina Budde.
Levende wandkleden vol kleurige motieven. Dat zijn producten van de 25-jarige kunstenares Annet Gaaikema uit Meeden. Zij doet het werk al een paar jaar, maar na haar eerste expositie bij galerie Budde in Winschoten staat zij met haar wandkleden in het middelpunt van de belangstelling. “Waar ik mijn succes aan te danken heb, ik weet het niet. Je maakt zo’n wandkleed voor jezelf en probeert daarbij andere eigenschappen van de stof en nieuwe structuren te ontdekken. Dat het bij een ander aanslaat heb ik mij nooit gerealiseerd”, zegt Annet Gaaikema, terwijl ze kijkt naar haar jongste werkstuk “Het wad”. Het materiaal daarvoor heb ik in Termunterzijl bij elkaar gezocht. Touw, visnetten, schelpen en een fles”. (…) Annet Gaaikema gebruikt allerlei materiaal voor haar wandkleden. Gaas, lovertjes, plastic, garen, gouddraad en hout. De mogelijkheden zijn legio. Voor de ondergrond gebruikt zij jute. “Ik zie nog veel mogelijkheden. Misschien ga ik nog wel eens driedimensionale werken maken”. (1)

 

*Wandkleedkunst op één lijn met alle andere kunst. “ Alle persoonlijke ervaringen en emoties veralgemeen ik dan meestal. Zo ontstaat een symbolische voorstelling, soms een interpretatie van een oud motief, bijvoorbeeld uit de mythologie, soms ook iets nieuws. Maar altijd is mijn emotie achter het thema de kern.”  (2)

 

*Annet Gaaikema in Molen Adam.  Haar wandkleden vallen in twee groepen uiteen, nl geappliceerde stoftechnieken en geknoopte touw-of wolstrukturen. Haar pentekeningen hebben alle dieren tot onderwerp: onwerkelijke beestjes, die alleen in een hallucinaire wereld kunnen bestaan. In stijl is er verwantschap tussen de kleden en de tekeningen. (3).

 

 

Periode 1971- 1975.  Structuur en vorm. Studie en beheersing. Citaten uit recensies en interviews in deze periode:
 
*Expositie in ‘t Centrum. Met touw, canvas en jute weet zij verbluffend knappe structuren te maken, soms symbolen van wording en oerkracht. (4)

*Ten Toon. Een kleed van Annet blijkt niet zomaar een veel gemakkelijker te betalen Abakanowicz te zijn. Het enorme voorbeeld maakte de in Groningen werkende kunstenares wel gaande met touw, maar dan op een eigenlijk door en door Hollandse manier: met haakpennen. Ze gebruikt touw in diverse kleuren en dikten om op verschillende manieren te haken, knopen en vlechten. (…) Zo’n groot doek met een verscheidenheid aan structuren- maaswijdten- en een grillig verloop van scheringtouwen, doet denken aan de sporen die de branding bij eb achterlaat. (5).

 

*Unieke Wandkleden van Annet Gaaikema.  De souplesse waarmee ze dit stugge materiaal, knopend, hakend, breiend, naar haar hand weet te zetten, levert een patronenstructuur op, die in al zijn gevarieerdheid optimaal overkomt, vooral ook omdat de naturelle en aardkleuren van het touw niet de aandacht van die structuur afleiden, maar door hun soberheid efficiënt ondersteunen. Het feit dat Annet Gaaikema vergeleken met haar vroegere vormexperimenten in zekere zin tot een conventionele (abstracte) vormgeving is teruggekeerd, laat vermoeden dat ze eerst een stevige basis heeft willen creëren. Misschien dat ze vandaar uit op den duur tot nieuwe vormen weet te komen. Een veel belovende ontwikkeling, omdat ze met haar huidige basis al tot de Nederlandse wandkledentop gerekend kan worden. (6)

 

*Revolutie in textiel. Evenals bovengenoemde webben open gewerkt, zijn de kleden van Annet Gaaikema, die aantonen dat ook zonder extravagante vormen en materialen originele en bovendien esthetisch verfijnde effecten bereikt kunnen worden.  (7)

*Wandkleden Annet Gaaikema: verdere perfectionering. De poëtische omschrijving die zij haar werk meegeeft (…) verwijzen naar het lyrisch abstracte expressionisme, wat gezien het daaruit voortgekomen (veel monochromer) structurisme een redelijke plaatsing van haar werk betekent. De veranderingen die zich in de schilderkunst nadien nog hebben voorgedaan kunnen een aanwijzing vormen voor mogelijke veranderingen, die zich in  Annet Gaaikema’s werk gaan voltrekken (…)  (6)

 

Periode 1976 – 1983.  Miniaturen en monumentale kleden. Het systeem. Citaten uit recensies en interviews in deze periode.

 

*Zes X ttiel. Zoals Annet Gaaikema bij haar series van vijf veranderde patronen opmerkt: eerst waren de kleine gehaakte formaten louter gedacht als studie, als ontwerp, maar al gauw groeiden zij uit tot op zichzelf staande kunstwerken. (8)

 

*Wandkleden van Annet Gaaikema in Ter Apel. De wandkleden van Annet Gaaikema lijken wel staaltjes van pure rekenkunst, zo systematisch en zo doordacht zijn ze gecomponeerd. De ritmiek van de lijnen, banen en vlakken, maar ook de kleurtoepassing lijken aan zeer strenge regels onderworpen. (…) De strenge composities en sobere kleurtoepassing verlenen het werk een aura van eerbiedwaardige maar sombere eenvoud. (9)

 

*Annet zwoegend matroos die touw zit te splitsen. Overdrachtelijk gebruik van textiel bijvoorbeeld in architectuur of plasticstructuren, vervreemdend gebruik van textiel, dat alles werkt als openers. Ik wil ook best met de neus gedrukt worden op een  brede textielvisie: het geperste stropakje, structuren van bladeren en zeewieren. Nogmaals: het inspireert, zoals ook alledaagse dingen kunnen inspireren: de vers omgeploegde akker achter mijn huis, of in de zomer het golvende korenveld.  (8).

 

*Inventarisatie van Groninger textiel. De verrassende systematisering, die de kunst van de eind jaren zeventig te zien gaf, spreekt uit een monumentaal kleed van Annet Gaaikema. Een fotodocumentatie verklaart, hoe zij toeren haakt van tien steken en die vervolgens na voltooiing van de tiende toer planmatig uitbreidt door steeds een draad toe te voegen. (8)

 

*Annet Gaaikema exposeert nieuwe wandtapijten en textiel miniaturen bij Galerie Maas Rotterdam. (9).

*Textiel. Letterlijk uitgeteld moet (…) Annet Gaaikema zijn als zij weer een wandkleed voltooid heeft. Kunst in wol, eveneens gerijd in strengen en repen en gedisciplineerd uitgevoerd volgens van tevoren beraamde telpatronen. Haakwerk waarin niets aan het toeval wordt overgelaten. Broddellapjes zijn studies of zelfstandige objecten met door de stapeling bijna liturgische betekenis. (10).

 

*Voor de presentatie van de reeks minikleedjes koos zij een opmerkelijke vorm: zij stapelde de kleedjes opelkaar. Zo ontstond een mastaba-achtige vorm die naast de architectuur- associatie ook een beeldende verwijzing doet naar de opgestapelde kleden bij een handelaar in Perzische tapijten. (8)

 

*Nieuwe wandkleden van Annet Gaaikema. Hoewel de abstract-geometrische compositievormen, vaak symmetrisch opgebouwd, nu evenals toen niet ontbreken, zijn ze nu minder dwingend maar lossen zich, soms net als vroeger in het wandkleed (nauwelijks merkbaar) op. De volle aandacht komt dan ook te liggen bij de struktuurmogelijkheden van het materiaal. Vooral in een aantal nieuwe kleden maakt Annet Gaaikema er gebruik van.(…) In een aantal kleinere werkstukken gaat ze vooral in op compositie en verwerkingstechniek. Die werkstukken, waarnemingen genaamd, dienen in feite als voorstudie voor de monumentale kleden. Nu blijkt, dat de waarnemingen zeker in serie-vorm, een grote autonomie hebben. Ze voeren de waarnemer terug naar het principe van textiel- het principe van materiaal-techniek-struktuur-vorm(6)

 

*Agenda. In haar nieuwste werk is de kunstenares uit Meeden – anders dan in haar ruimtelijke installaties – weer teruggekomen op het systematische spoor van haar grote kleden aan het eind van de jaren zeventig. Het beeld wordt weer bepaald door horizontal gehaakte regels. Suggestieve vlakverschuivingen met geometrische vormen als cirkel of driehoek zijn aan het verdwijnen en daarvoor in plaats verschuift de aandacht zich nu naar de kleur of liever de totaliteit van de zachte pasteltinten die zij in de Emmer galerie introduceert. (11).

 

Periode 1984 – 1990 De ruimte betekenen. Ook toepassing van andere dan tekstiele materialen. Schilderen met acrylverf. Design experiment. Citaten uit recensies en interviews in deze periode.


.
*Textiel in de Oosterpoort. Bij Annet Gaaikema vormen de rondhouten latten een wezenlijk onderdeel van draadconstructies in de ruimte. Beter nog dan in Pictura, dit voorjaar, komt nu tot zijn recht dat zij de ruimte betekent. Ditmaal is met behulp van sterke spots ook ingewerkt op schaduweffecten.  (8).

 

 

*Kunstjournaal. Voor een deel moet dit ook gezegd worden van de werkstukken van Annet Gaaikema, die ook fijnmazig plastic of nylon gaas als materiaal gebruikt. Zij knipt uit dit gaas tulpen, een kraag, een obelisk-vorm en schalen. (…) De schalen zijn nog het sterkst van vorm, het gaas wordt verhard en gevouwen en gekleurd met lagen opgespoten verf, kortom als een serieus beeldend materiaal benut. Haar gestileerde tulpen, in evenzo gestileerde vazen, gevuld met gedroogde grassen, zijn echter fraai, maar misschien toch op het kitscherige af. (12)

 

 

1991-1998. De sokkel voor objecten van flexibele materialen wordt steeds uitbundiger beschilderd. De sokkel evolueert tot autonoom object. Grenspalen en poorten. Objecten en schilderijen. Citaten uit recensies en interviews in deze periode.

 

*Op het oog. Annet Gaaikema, textielkunstenares van den bloede, ontwierp ooit gazen schaalvormen, op sokkels van hout geëtaleerd. Ineens werd zo’n piëdestal een ornament op zich. Smalle monumenten in dunne repen beschilderd met warme fluoriserende kleurovergangen en stiekem nog steeds het ikatprincipe in het achterhoofd, maken haar nu tot architect van heraldieke bouwsels in hout en metaal. Het lijkt wel of ze elk materiaal naar haar hand kneedt en kleurt. Hout en brons lopen naadloos in elkaar over. Gebaren van overwinning, kracht en omarming staan daar als gestolde menselijke eigenschappen, majestueus.  (13).

 

*Monumenten voor in een stoer landschap. Maar misschien is het beter te spreken van monumenten van hout. Stuk voor stuk horen zij thuis in een stoer landschap. Zoals het Groninger landschap daar is: rechttoe, rechtaan en geheel gewaagd aan de zware zeedijk verderop aan de horizon. De beschildering is al net zo regelmatig als de constructie zelf, strak dus, zij het met af en toe een frivole toegift. Het gaat dan om een onverwachte verspringing. (14)

 

*Autonome houtsculpturen. Illustratief voor haar frank en vrije opstelling tegenover de kunst is de gretigheid waarmee Annet Gaaikema vervolgens begon om houten zuilen te ontwerpen om die ijle, grijze schalen in het openbaar te kunnen exposeren. Die zuilen beschilderde zij met geometrische lijn en vlakpatronen in bruine en zwarte patronen. Ze beleefde zo’n intens plezier aan die beschildering dat zij er geen enkele moeite mee had om de schaal als functioneel element verder los te laten en om door te gaan als maakster van autonome, beschilderde houtplastieken.(…) De zuilen werden torens. Bizarre grenspalen, misschien, objecten die met hun kleuren verwijzen naar wat zij op studiereizen door de mediterrane wereld als inspiratiebronnen ervoer. De gouden glans van de Byzantijnse kunst, de voorjaarstinten van het idyllische Arcadië, de half verpoetste tinten van de fresco’s. (8)

 

 

* Een mythe om de geheimen van het leven te verklaren. In haar werk komen zowel in vorm als inhoud een aantal elementen bij elkaar. Persoon en kunstenaar zijn in haar carrière nog niet eerder zo sterk met haar verweven geweest als nu. Dat geeft haar werk op deze expositie een voelbare kracht. En een ontroering, het soort ontroering dat je begint te voelen, wanneer mensen zich in hun werk heel erg bloot geven, hun kwetsbaarheid weten aan te wenden als hun kracht. (14)

 

 

1998 – 2008. Het nieuw gebouwde atelier op no 18, een eigen licht en ruim domein voor de acryl schilderijen en objecten. L’objet trouvé.  Minder uit-exposeren en meer atelier tentoonstellingen. Citaten uit recensies en interviews in deze periode.

 

 

*Het samengaan van de tegendelen is zelf een van de voornaamste onderwerpen geworden. Dit vindt zijn uitdrukking in een reeks poort-achtige vormen, waarvan de symboliek onmiskenbaar is. De poort stelt de mens in staat vanuit het ene domein kennis te nemen van het andere. (15)

 

 

*Het aantal perspectieven is in feite oneindig. De poort vertegenwoordigt het gebied tussen leven en dood, tussen het geboren en het ongeboren bestaan, tussen liefde en haat. Het is het gebied van de dageraad, het land van Aurora, zusje van Helios en Selene. (15)

 

 

*Die barokke inhoud is een niet te miskennen aspect, maar belangrijker nog is dat zij bij het schilderen met verdunde acrylverf nieuwe inhoud weet te geven aan haar drang om te bouwen op het platte vlak. Opnieuw werkt zij geometrische vervlechtingen uit; opnieuw is het haar monnikengeduld dat zich doet gelden. Keer na keer zet zij dunne verflagen over elkaar. (8)

 

 

*L’objet trouvé, het gevonden voorwerp, aangetast door het gebruik en de tijd. Regelmatig past Annet Gaaikema het in haar objecten toe. Vervreemdend door het te integreren in het door haar bedoelde totaalbeeld van het object, door het te beschilderen. Maar dat laatste met uiterste beheersing, want het patin door jarenlange verwering aangebracht mag niet verdwijnen. Als altijd is constructie wezenlijk voor haar werkwijze. Ze stelt samen, ze schildert laag voor laag. Haar beeldtaal kaders lijken geometrisch te zijn. Toch blijft haar stijl lyrisch abstract, vorm en structuur dragen de inhoud en de emotie. (9)

 

 

 

 

***J.D.Kalma: Annet Gaaikema and the dualty of being.*** F.Visser: Between a serial plane survey and baroque expression (vitality-miniatured-autonomous wood sculptures ***link***.

***J.D.Kalma: Annet Gaaikema e la dualitá dell'essere.*** F.Visser: Tra esplorazione seriale del piano e espressivitá barocca***link***

 

 

 

 

 

De bovenstaande citaten zijn van of uit: 1. recensie Winschoter Courant, 2. Alie Koeneman, 3.recensie Nieuwsblad van het Noorden, 4. Jan van Kooten, 5. Dolf Welling, 6. Erik Beenker, 7. R.E.Penning, 8. Friggo Visser, 9. N.N., 10. Pieter B., 11.recensie Emmer Aser Courant, 12. Eugene Geene, 13. Marrit Verwiel, 14. Eric Bos, 15. Jenny Kalma

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.